De 5 grootste dieren in de streek zijn, de bever, de vos, het ree, de das, en het everzwijn. De eerste bewijzen van hun aanwezigheid kan je hier (links) opmerken - vossenhol.
De Vos
De vos is lid van de familie van hondachtigen. De vos is een van de grootste roofdieren die nog vrij in onze streken leven. Hij is niet veel groter dan een flinke kat, hoewel hij door zijn lange vacht en dikke staart vooral in de winter groter lijkt. De vos heeft een sterk ontwikkelde geur en gehoor maar ziet niet zo heel scherp.
De vossenvacht is over het algemeen roodbruin, maar kan andere kleuren hebben zoals beige, zilverkleurig en soms zelfs zwart. Hij heeft een slanke snuit en puntige rechtopstaande oren, hij heeft een lengte van 56 tot 78 centimeter en een staart tot 49 centimeter. Hij weegt tussen de 3,5 en 10 kilogram. Mannetjes zijn normaal groter dan vrouwtjes. De gemiddelde leeftijd is rond de 12 jaar.
Vossen jagen altijd alleen en meestal 's nachts en in de schemering, maar in streken waar geen verstoring is jaagt hij liever overdag. De vos is een opportunist: hij eet zo goed als alles wat hij vinden kan.
Hij kan zeer hard lopen wel tot zestig kilometer per uur maar normaal is zes tot dertien kilometer per uur.
Het Everzwijn
Everzwijnen zijn zeer slechtziend, mannetjes heten keilers, vrouwtjes zeugen en jongen heten frislingen. De haren van everzwijnen zijn zeer stug en werden gebruikt om verfborstels van te maken.
Everzwijnen hebben heel graag eikels en beukennootjes en nemen graag een modderbad.
Hoe kan je het wild zwijn herkennen?
- groot, krachtig, massief hoefdier
- ruwe, lichtgrijs-roodbruine tot grijs-zwarte, borstelige vacht
- biggen hebben een geelbruin gestreepte vacht
- mannetjes hebben een paar stevige, tot slagtanden uitgegroeide hoektanden
- snuit eindigt in platte, schijfvormige neus
Volg dit pad verder tot de volgende aanwijziging
